This machine is connected to a shaft that allows exchange of mechanical power. All machines connected to one shaft contribute to its inertia - stored mechanical power. When shaft is turning too slow, machines cannot use its power (denoted by red marker) and it needs to be charged up first. When inertia is low, the maximum output is limited and connected machines might not get all the power they need. Similarly, when inertia is too high, the maximum input to the shaft is limited and connected machines may not be able to deliver all produced power to the shaft. The shaft has a maximum throughput of {0}.
Deze machine is verbonden met een as die uitwisseling van mechanische energie mogelijk maakt. Alle machines die op één as zijn aangesloten, dragen bij aan de sneltraagheid van de opgeslagen mechanische energie. Als de as te langzaam draait, kunnen machines het vermogen niet gebruiken (aangegeven met een rode markering) en moet deze eerst worden opgeladen. Wanneer de sneltraagheid laag is, wordt de maximale uitvoer beperkt en krijgen aangesloten machines mogelijk niet al het vermogen dat ze nodig hebben. Wanneer de sneltraagheid te hoog is, wordt de maximale invoer naar de as beperkt en kunnen aangesloten machines mogelijk niet al het geproduceerde vermogen aan de as leveren. De as heeft een maximale doorvoer van {0}.
This machine is connected to a shaft that allows exchange of mechanical power. All machines connected to one shaft contribute to its inertia - stored mechanical power. When shaft is turning too slow, machines cannot use its power (denoted by red marker) and it needs to be charged up first. When inertia is low, the maximum output is limited and connected machines might not get all the power they need. Similarly, when inertia is too high, the maximum input to the shaft is limited and connected machines may not be able to deliver all produced power to the shaft. The shaft has a maximum throughput of {0}.
Deze machine is verbonden met een as die uitwisseling van mechanische energie mogelijk maakt. Alle machines die op één as zijn aangesloten, dragen bij aan de snelheid van de opgeslagen mechanische energie. Als de as te langzaam draait, kunnen machines het vermogen niet gebruiken (aangegeven met een rode markering) en moet deze eerst worden opgeladen. Wanneer de snelheid laag is, iswordt de maximale uitvoer beperkt en krijgen aangesloten machines mogelijk niet al het vermogen dat ze nodig hebben. Wanneer de snelheid te hoog is, wordt de maximale invoer naar de as beperkt en kunnen aangesloten machines mogelijk niet al het geproduceerde vermogen aan de as leveren. De as heeft een maximale doorvoer van {0}.
This machine is connected to a shaft that allows exchange of mechanical power. All machines connected to one shaft contribute to its inertia - stored mechanical power. When shaft is turning too slow, machines cannot use its power (denoted by red marker) and it needs to be charged up first. When inertia is low, the maximum output is limited and connected machines might not get all the power they need. Similarly, when inertia is too high, the maximum input to the shaft is limited and connected machines may not be able to deliver all produced power to the shaft. The shaft has a maximum throughput of {0}.
Deze machine is verbonden met een as die uitwisseling van mechanische energie mogelijk maakt. Alle machines die op één as zijn aangesloten, dragen bij aan de snelheid van de opgeslagen mechanische energie. Als de as te langzaam draait, kunnen machines het vermogen niet gebruiken (aangegeven met een rode markering) en moet deze eerst worden opgeladen. Wanneer de snelheid laag is, is de maximale uitvoer beperkt en krijgen aangesloten machines mogelijk niet al het vermogen dat ze nodig hebben. Wanneer de snelheid te hoog is, iswordt de maximale invoer naar de as beperkt en kunnen aangesloten machines mogelijk niet al het geproduceerde vermogen aan de as leveren. De as heeft een maximale doorvoer van {0}.
This machine is connected to a shaft that allows exchange of mechanical power. All machines connected to one shaft contribute to its inertia - stored mechanical power. When shaft is turning too slow, machines cannot use its power (denoted by red marker) and it needs to be charged up first. When inertia is low, the maximum output is limited and connected machines might not get all the power they need. Similarly, when inertia is too high, the maximum input to the shaft is limited and connected machines may not be able to deliver all produced power to the shaft. The shaft has a maximum throughput of {0}.
Deze machine is verbonden met een as die uitwisseling van mechanische energie mogelijk maakt. Alle machines die op één as zijn aangesloten, dragen bij aan de snelheid van de opgeslagen mechanische energie. Als de as te langzaam draait, kunnen machines het vermogen niet gebruiken (aangegeven met een rode markering) en moet deze eerst worden opgeladen. Wanneer de snelheid laag is, is de maximale uitvoer beperkt en krijgen aangesloten machines mogelijk niet al het vermogen dat ze nodig hebben. Wanneer de snelheid te hoog is, is de maximale invoer naar de as beperkt en kunnen aangesloten machines mogelijk niet al het geproduceerde vermogen aan de as leveren. De as heeft een maximale doorvoer van {0}.
sneltraagheid van de opgeslagen mechanische energie. Als de as te langzaam draait, kunnen machines het vermogen niet gebruiken (aangegeven met een rode markering) en moet deze eerst worden opgeladen. Wanneer desneltraagheid laag is, wordt de maximale uitvoer beperkt en krijgen aangesloten machines mogelijk niet al het vermogen dat ze nodig hebben. Wanneer desneltraagheid te hoog is, wordt de maximale invoer naar de as beperkt en kunnen aangesloten machines mogelijk niet al het geproduceerde vermogen aan de as leveren. De as heeft een maximale doorvoer van {0}.